Het gebruik van de gemberpot in de Nederlandse schilderkunst door de eeuwen heen.
Zo’n 8 jaar geleden begon ik mijn Pinterestbord met plaatjes van stillevens met gemberpot. Stillevens uit de 17e eeuw, met grote hoge potten, zo groot als vazen. Daarnaast potten met hoge schouders en een ronde, ei-achtige vorm, en in de 20e eeuw de groenblauwe potjes. Waarom was de gemberpot zo populair in stillevens?
Handel in Chinees porcelein
Chinees porselein was voor 1600 in ons land al bekend door o.a. de handel met Portugal, maar was een schaars en kostbaar product. Een keerpunt vormde de eerste veiling in 1602 in Middelburg. Het betrof een lading die door de (net opgerichte) VOC op de Portugezen was buitgemaakt. De handel kwam op gang en de gemberpot was daar een vast onderdeel van.
In de tijd van de Qin-dynastie (221 tot 206 voor Christus) was de gemberpot een opslagvat voor specerijen zoals zout en gember. Toen gember een belangrijk exportproduct naar de westerse wereld werd, werden die potten bekend als ‘gemberpotten’.
Waarom werd gember zo populair?
Gember werd gedroogd in poedervorm én gekonfijt (gedroogd in suiker) door VOC-schepen geïmporteerd. Dat weten we uit lijsten van goederen die via schepen uit de haven van Batavia naar Nederland voeren.
Gember is een specerij met een vrij sterke, maar voor de liefhebbers aangename smaak. Vroeger werd het vooral geassocieerd met luxe en welvaart. De rijken in de 17e en 18e eeuw hielden van gesuikerde noten en gekonfijte vruchten en gember. Gember stond ook bekend als geneesmiddel tegen griep, maagpijn en vergiftiging en was een middel tegen veroudering. Bovendien was het een ingrediënt in liefdesdranken. Hoe exotisch wil je het hebben.
De gemberpot als object in stillevens
Altijd hebben kunstenaars gestreefd naar het vastleggen van de essentie van het dagelijks leven. Nederlandse kunstschilders raakten gefascineerd door de elegante vormen en de rijke kleuren van de gemberpotten. Zo werden de potten een geliefd onderdeel van schilderijen. De exotische oorsprong van gember voegde een vleugje mysterie toe aan de stillevens, terwijl het gebruik van chinees porcelein in het algemeen en de gemberpot in het bijzonder hen de mogelijkheid bood hun technische bekwaamheid en hun vaardigheden in het weergeven van texturen, patronen en details te demonstreren. De doeken waren bedoeld voor de rijke burgers.
De gemberpot is regelmatig te zien in stillevens uit de 17e en 18e eeuw. Schilders als Simon Luttichuys (1610-1661) en Willem Kalf (1619-1693) gebruikten de gemberpot in hun werken waarbij de potten dienden als contrapunt voor andere objecten zoals bloemen en vruchten.
Simon Luttichuys | Willem Kalf
Na verloop van tijd veranderde de rol van de gemberpot in stillevens. In de 19e eeuw verminderde hun aanwezigheid en de impressionisten verlegden hun focus naar meer alledaagse onderwerpen en een lossere schilderstijl.
Shiwan Ware
Aan het eind van de 19e eeuw duiken de gemberpotten weer op in stillevens. Naast de al vaak geschilderde potten viel iets nieuws te zien: groenblauw geglazuurde potjes met een zeszijdige (hexagon) vorm.
In 1851 werd in Australië goud gevonden. Dat nieuws vond snel z’n weg via de handelsroutes naar de Chinese regio’s rond de handelssteden, zoals Canton, Hong Kong en Macau. Veel arme Chinezen maakten de oversteek naar Australië en namen spullen mee om te verhandelen, waaronder zijde, zilver en gemberpotten. Daar zaten ook kleine groenblauwe gemberpotjes bij. Handig voor onderweg en als handelswaar. Deze waren veelal afkomstig uit de Canton regio en staan nu bekend als Shiwan Ware. Vanaf die periode werden ze ook verhandeld naar Europa.
Vincent van Gogh, de meest bekende ginger, schilderde in 1885 als een van de eerste Nederlandse schilders deze kleine gemberpotjes.
Stillevens met gemberpot | Vincent van Gogh
Kort na Vincent van Gogh, in 1888, voerde ook Jan Voerman (jr.) zo’n gemberpot op. Hij plaatste er asters in. In 1898 liet ook Piet Mondriaan met zijn werk Gele chrysanten in een gemberpot zien dat hij de kunst van het schilderen van de vele nuances van de gemberpot beheerste. Hij zou later nog meer gemberpotten schilderen.
Jan voerman en Piet Mondriaan
In de nieuwe eeuw maakten veel schildergrootheden stillevens met het zeskantige potje:
- Piet Mondriaan: Appels, gemberpot en bord op een richel (1901),
- Theo van Doesburg: Gemberpot met chrysanten (1904),
- Jan Zandleven: Gemberpot met Oost-indische kers (1907),
- Piet Bremmer: Stilleven van gemberpot, kan met twee uitgebloeide papavers, twee appels en een peer (1908),
- Jan Sluijters: Bloemen in gemberpot op rieten stoel (1909) en Stilleven met tulpen in gemberpot en sinaasappelen op blauw bord (1911).
Piet Mondriaan | Theo van Doesburg | Jan Zandleven | Hendrik Pieter Bremmer | Jan Sluijters
- Floris Verster: Stilleven met zinnia’s in een gemberpot (1910),
- Jan Mankes: Gemberpot met chrysanten (1916),
- Jacobus Marinus van Bommel: Oost-Indische kers in gemberpot (1918),
- George Hendrik Breitner: Gemberpot met anemonen (tussen 1900 en 1923).
Floris Verster | Jan Mankes | Jacobus van Bommel | George Hendrik Breitner
Les krijgen van Bremmer betekende in het algemeen het zeer intensief bestuderen van enkele alledaagse voorwerpen: een gemberpot, een sigarenkistje, een bakje met peren, of buiten, een enkele boom, een deurtje.
Uit: De kunstpaus H.P. Bremmer 1871-1956 door Hilde Alice Balk
Piet Bremmer, bekend als kunstcriticus, kunstpedagoog, verzamelaar en handelaar in kunst, gaf eind 19e, begin 20e eeuw les aan veel kunstenaars. Hilde Alice Balk haalt in haar proefschrift aan dat Bremmer de schilders aanzette hun vaardigheden te oefenen door alledaagse voorwerpen als de gemberpot te tekenen en schilderen. En oefenen deden ze.
Huidige tijd
Ook nu nog gebruiken schilders regelmatig de gemberpot in stillevens. Waarschijnlijk om, net als vroeger, de eigen artistieke vaardigheden te laten zien, en doordat de gemberpot van een exotisch object, dat ooit stond voor luxe en welvaart, is verworden tot een alledaags voorwerp in Nederlandse interieurs.